Uit de prejudiciële vraag, de motieven van de verwijzende rechter en de procedurestukken blijkt onvoldoende hoe de aangeklaagde gelijke behandeling op discriminerende wijze afbreuk zou doen aan de rechten van de vennootschappen die aandelen verhandelen die door de in het voormelde artikel 203 bedoelde vennootschappen zijn uitgegeven, zoals die, te dezen, bij de voormelde bepalingen aan de vennootschappen zouden zijn gewaarborgd.
Il ne ressort pas à suffisance de la question préjudicielle, des motifs du juge a quo et des pièces de la procédure en quoi le traitement identique dénoncé porterait atteinte de manière discriminatoire aux droits des sociétés qui font du négoce d'actions émises par les sociétés visées à l'article 203 précité, tels qu'ils seraient, en l'espèce, garantis par les dispositions précitées aux sociétés.