De elementen voor een antwoord op deze vragen zijn te vinden in artikel 10, § 2, van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk dat de rol van de vertrouwenspersoon nader bepaalt in het kader van de interne procedure.
Les éléments de réponse à ces questions se trouvent à l'article 10, alinéa 2, de l'arrêté royal du 11 juillet 2002 relatif à la protection contre la violence et le harcèlement moral ou sexuel au travail qui détermine plus précisément le rôle de la personne de confiance dans le cadre de la procédure interne.