De verzoekende partij gaat ervan uit dat, door de overschrijding van de geluidsnormen
als misdrijf aan te merken, die bepalingen « een
onwettige beperking inzake toegang tot de luchthaven bevestigen », zodat zij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 4 en 6 van de richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vastste
lling van regels en procedures met betrekking tot ...[+++]de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap, zouden schenden.
La partie requérante considère que ces dispositions, en érigeant le dépassement des normes de bruit en infraction, « confirment une restriction d'accès à l'aéroport illégale », de sorte qu'elles violeraient les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 4 et 6 de la directive 2002/30/CE du Parlement européen et du Conseil du 26 mars 2002 relative à l'établissement de règles et procédures concernant l'introduction de restrictions d'exploitation liées au bruit dans les aéroports de la Communauté.