Denemarken
, Finland en Zweden zullen derhalve de tussen hen
vigerende wetgeving blijven toepassen (in Denemarken: de Noordse uitleveringswet (Wet nr. 27 van 3 februari 1960, als gewijzigd bij
Wet nr. 251 van 12 juni 1975, Wet nr. 433 van 31 mei 2000 en Wet nr. 378 van 6 juni 2002)), voorzover bij die wetgeving de voorschriften van het kaderbesluit kunnen worden verlengd of verruimd
en die wetgeving de ...[+++]procedures voor de uitlevering van personen tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, helpt te vereenvoudigen of verder te vergemakkelijken.C'est pourquoi le Danemark, la Finlande et la Suède continueront à appliquer la législation uniforme en vigueur entre ces États [au Danemark: loi nordique sur l'extradition (loi n° 27 du 3 février 1960, modifiée par
la loi n° 251 du 12 juin 1975, la loi n° 433 du 31 mai 2000 et la loi n° 378 du 6 juin 2002)], dan
s la mesure où elle permet d'approfondir et d'élargir les dispositions de la décision-cadre et
où elle contribue à simplifier ou faci
liter dava ...[+++]ntage les procédures de remise des personnes faisant l'objet d'un mandat d'arrêt européen.