14. merkt op dat problemen als overbevissing, overcapaciteit, overinvesteringen en verkwisting niet als inherent of universeel te beschouwen zijn, maar als specifiek voor bepaalde vissersvloten en vangstsegmenten, en verholpen moeten worden op een manier die de specificiteit onderkent;
14. estime que des problèmes comme la surpêche, la surcapacité, le surinvestissement et les gaspillages ne doivent pas être considérés comme endémiques ou universels mais qu'il s'agit plutôt de problèmes spécifiques à des flottes et à des domaines de pêche particuliers, et qu'il conviendrait d'y remédier en adoptant une approche qui tienne compte de ces spécificités;