Het Hof stelt vast dat een weerlegbaar vermoeden kan worden gehanteerd dat particulieren de dragers voor privédoeleinden gebruiken, mits aan twee voorwaarden is voldaan: i) praktische moeilijkheden bij de vaststelling of de betrokken dragers voor privédoeleinden worden gebruikt, moeten het hanteren van een dergelijk vermoeden rechtvaardigen; ii) dit vermoeden mag er niet toe leiden dat de vergoeding voor het kopiëren voor privégebruik wordt opgelegd in situaties waarin de dragers kennelijk voor andere dan privédoeleinden worden gebruikt.
La Cour constate qu’il peut être présumé de manière réfutable que les particuliers utilisent les supports d’enregistrement à des fins privées, pour autant que deux conditions soient remplies : - i) des difficultés pratiques liées à la détermination de la finalité privée de l’usage des supports doivent justifier l’établissement d’une telle présomption ; ii) cette présomption ne doit pas aboutir à imposer la redevance pour copie privée dans des cas où ces supports sont manifestement utilisés à des fins non-privées.