Artikel 36ter/1, § 4, van de Privacywet bepaalt daarnaast dat de leden van het Controleorgaan op het ogenblik van hun benoeming, onder meer, « het bewijs [dienen te] leveren van hun deskundigheid inzake verwerking van informatie of bescherming van gegevens ».
L'article 36ter/1, § 4, de la loi sur la protection de la vie privée dispose en outre que les membres de l'Organe de contrôle doivent, au moment de leur nomination, notamment « justifier d'une expertise en matière de traitement de l'information ou de protection des données ».