56. onderstreept dat de trans-Atlantische betrekkingen een prioritaire status moeten hebben en dat ze versterkt moeten worden middels een krachtige kaderovereenkomst; herhaalt dat de EU en de VS, als mondiale mogendheden, de plicht hebben samen te werken en mondiaal leiderschap te tonen door bevordering van vrede en stabiliteit, inspelen op mondiale uitdagingen, bijdragen tot de wereldhandel en bevordering van democratie en ontwikkeling in de gehele wereld;
55. souligne que les relations transatlantiques doivent bénéficier d'un statut prioritaire qu'il conviendrait de renforcer par un accord-cadre solide; réaffirme qu'il incombe à l'UE et aux États-Unis, puissances mondiales, de coopérer pour jouer un rôle de chefs de file dans le monde en promouvant la paix et la stabilité, en relevant les défis mondiaux, en contribuant à l'expansion du commerce mondial ainsi qu'en développant la démocratie et en assurant le développement sur la planète tout entière;