Door ten gunste van de sociaal verzekerden verwijlintresten in te voeren wou de wetgever « een algemeen en gezond principe » bevestigen teneinde « de gerechtigde [te] beschermen tegen de traagheid van de administratieve diensten, zodat die aangespoord wordt de eigen werking te verbeteren » (Parl. St. , Kamer, 1991-1992, nr. 353/1, p. 7).
En instituant des intérêts moratoires au profit des assurés sociaux, le législateur entendait consacrer « un principe général et sain » visant à « protéger le bénéficiaire contre les lenteurs des administrations en vue de stimuler ces dernières à améliorer leur fonctionnement » (Doc. parl. , Chambre, 1991-1992, n° 353/1, p. 7).