Dat vermoeden, dat primeert boven de juridische verhoudingen bepaald door de huurovereenkomst, kan volgens de parlementaire voorbereiding niet los worden gezien van het feit dat de betaling van de huur « een schuld van de huishouding [is], waarvan de last ook door beide echtgenoten moet worden gedragen ».
D'après les travaux préparatoires, cette présomption, qui prime les rapports juridiques établis par le bail, ne saurait être dissociée du fait que le paiement du loyer constitue « une dette du ménage, dont la charge incombe elle aussi aux deux époux ».