5. Alle AVP-virusisolaten van primaire uitbraken, van primaire gevallen bij wilde varkens of van gevallen in slachthuizen of vervoermiddelen moeten overeenkomstig deel E worden gekarakteriseerd door een nationaal referentielaboratorium in de lidstaat, door een ander laboratorium dat daartoe door de betrokken lidstaat bevoegd is verklaard, of door het communautair referentielaboratorium.
5. Tous les isolats de virus de la peste porcine africaine provenant de tous les foyers primaires, de cas primaires chez les porcs sauvages ou de cas constatés à l'abattoir ou dans les moyens de transport doivent faire l'objet d'une caractérisation par un laboratoire national de référence dans les États membres, par tout autre laboratoire agréé par l'État membre concerné ou par le laboratoire communautaire de référence, conformément à la partie E.
