Art. 122. Met behoud van de bepalingen inzake preventieve schorsing bij een ontslag om dringende redenen zoals vermeld in artikel 87, § 4, artikel 96 en artikel 105, is een preventieve schorsing alleen mogelijk indien het personeelslid tuchtrechtelijk of strafrechtelijk wordt vervolgd en zijn aanwezigheid onverenigbaar is met het belang van de dienst.
Art. 122. Sans préjudice de l'application des dispositions en matière de suspension préventive lors d'un licenciement pour motif grave tel que visé aux articles 87, § 4, 96 et 105, une suspension préventive n'est possible que si le membre du personnel fait l'objet d'une poursuite pénale ou disciplinaire et sa présence est inconciliable avec l'intérêt du service.