Het onderzoek van de overeenstemming van een wetskrachtige bepaling met de bevoegdheidverdelende regels, waartoe het Hof in de tweede prejudiciële vraag wordt uitgenodigd, moet in beginsel het onderzoek van de bestaanbaarheid met de bepalingen van titel II van de Grondwet, dat het voorwerp vormt van de eerste prejudiciële vraag, voorafgaan.
L'examen de la conformité d'une disposition législative aux règles répartitrices de compétence, auquel la seconde question préjudicielle invite la Cour à procéder, doit en principe précéder l'examen de sa compatibilité avec les dispositions du titre II de la Constitution, lequel constitue l'objet de la première question préjudicielle.