Tevens stelt de Commissie voor om het bereik van de richtlijn uit te breiden tot voordelen uit die levensverzekeringsovereenkomsten die rechtstreeks vergeleken kunnen worden met instellingen voor collectieve beleggingen, daar hun feitelijke positieve prestaties waaruit de uitkeringen voortvloeien volledig afhankelijk zijn van inkomsten uit schuldvorderingen of vergelijkbare inkomsten overeenkomstig de spaarrichtlijn en omdat zij geen beduidende biometrische risicodekking inhouden (minder dan 5%).
Il est en plus proposé d'étendre le champ d'application de la directive aux revenus provenant de contrats d'assurance-vie directement comparables à des organismes de placement collectif du fait que leur performance effective, qui détermine les profits, est entièrement liée à des revenus provenant de créances ou assimilés à ces dernières aux fins de la directive et qu'ils ne prévoient pas de couverture significative des risques biométriques (moins de 5 %).