Z
o zullen de vaste Comités van toezicht van de politiediensten (« Comité P), de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Comité I) en de parle
mentaire commissies belast met de opvolging ervan, opgericht bij de wet van 18 juli 1991, er in het bijzonder op toezien dat de politiediensten enerzijds en de inlichtingendiensten anderzijds de wettelijke limieten eerbiedigen die hun opdracht toekomt. Het toezicht dat ze uitoefenen behelst zowel « de bescherming va
...[+++]n de rechten die de Grondwet en de wet aan de personen waarborgen, » alsook « de coördinatie en de doelmatigheid, enerzijds, van de politiediensten en, anderzijds, van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten » (artikel 1) terwijl de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, opgericht door de wet van 8 december 1992 en geplaatst onder de verantwoordelijkheid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, meer begaan is met het toezicht op de verwerking van de gegevens van meer persoonlijke aard.Ainsi, les Comités permanents de contrôle des services de police (Comité P) et des services de renseignement et de sécurité (Comité R) et les commissions parlementaires chargées de leur suivi, cré
és par la loi du 18 juillet 1991, veillent tout particulièrement à ce que les services de police, d'une part, et les services de renseignement, d'autre part, respectent les limites légales imposées à leurs miss
ions, leur contrôle portant à la fois « sur la protection de droits que la Constitution et la loi confèrent aux personnes » et « sur l
...[+++]a coordination et l'efficacité des services » (article 1 ), tandis que la Commission de la protection de la vie privée, instituée par la loi du 8 décembre 1992 et placée sous la responsabilité de la Chambre des représentants, s'attache au contrôle des traitements de données à caractère personnel.