Daaruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling, in zoverre zij de aan de leden van de politiediensten toegekende specifieke bescherming beperkt tot de morele schadevergoeding voor enkel de opzettelijke gewelddaden waarvan zij in de uitoefening van hun functies het slachtoffer zijn, het doel van de wetgever niet op relevante wijze nastreeft.
Il s'ensuit qu'en tant qu'elle limite la protection spécifique accordée aux membres des services de police au dédommagement moral des seuls actes intentionnels de violence dont ils sont les victimes dans l'exercice de leurs fonctions, la disposition en cause ne poursuit pas de manière pertinente l'objectif du législateur.