« Artikel 5 bis. De enige veldwachter die, ter gelegenheid van de omzetting van het politiekader in een kader met een betrekking van hoofdveldwachter, voorgedragen wordt als gegadigde voor de benoeming in de graad van hoofdveldwachter en die geen titularis is van het brevet van officier van de gemeentepolitie bedoeld in het koninklijk besluit van 25 juni 1991 houdende de algemene bepalingen betreffende de opleiding van de officieren van de gemeentepolitie, de voorwaarden tot benoeming in de graden van officier van de gemeentepolitie en de voorwaarden tot aanwerving en benoeming in de graad van aspirant-officier van de gemeentepolitie, of van het brevet van kandidaat-commissaris en adju
nct-commissaris van ...[+++]politie afgeleverd krachtens het koninklijk besluit van 12 april 1965 betreffende het brevet van kandidaat-commissaris en adjunct-commissaris van politie, opgeheven door hetzelfde koninklijk besluit van 25 juni 1991, wordt vrijgesteld van de voorwaarden inzake het brevet voor de benoeming in de graad van hoofdveldwachter bedoeld in artikel 2, § 1, 2°».« Article 5 bis. Le garde champêtre unique non titulaire du brev
et d'officier de la police communale prévu par l'arrêté royal du 25 juin 1991 portant les dispositions générales relatives à la formation des officiers de la police communale, aux conditions de nomination aux grades d'officier de la police communale et aux conditions de recrutement et de nomination au grade d'aspirant officier de la police communale ou du brevet de candidat commissaire et commissaire adjoint de police délivré en vertu de l'arrêté royal du 12 avril 1965 relatif au brevet de candidat commissaire et commissaire adjoint de police, abrogé par le même arrêté royal
...[+++] du 25 juin 1991, qui, à l'occasion de la transformation du cadre de police en un cadre comportant un emploi de garde champêtre en chef, est présenté comme candidat à la nomination au grade de garde champêtre en chef, est dispensé des conditions en matière de brevet pour la nomination au grade de garde champêtre en chef visées à l'article 2, § 1er, 2°».