Daarbij werd uitgegaan van het concept « scholengemeenschap », die « bestaat uit een groep inrichtingen die onderwijs verstrekken met hetzelfde karakter », waaronder wordt verstaan dat het onderwijs behoort tot één van de categorieën van « niet-confessioneel », « confessioneel » of « pluralistisch onderwijs » (artikel 3, §§ 1 en 2).
Pour ce faire, on a recouru à la notion de « centre d'enseignement », « formé par un groupe d'établissements qui dispensent un enseignement de même caractère », ce qui signifie que cet enseignement appartient à l'une des catégories « enseignement non confessionnel », « enseignement confessionnel » ou « enseignement pluraliste » (article 3, §§ 1 et 2).