« Art. 41 bis. - De burger van de Unie die naar België komt voor een verblijf van ten hoogste drie maanden en zijn familieleden die hem begeleiden of vervoegen, die niet logeren in een logementshuis dat onder- worpen is aan de wetgeving betreffende de controle op de reizigers, moeten hun aanwezigheid op het grondgebied binnen de tien werkdagen nadat zij het Rijk zijn binnengekomen melden bij het gem
eentebestuur van de plaats waar zij verblijven,
tenzij zij behoren tot één der categorieën van vreemdelingen die de Koning van deze verplichting heeft vrijgest
...[+++]eld.
« Art. 41 bis. - Le citoyen de l'Union qui vient en Belgique pour un séjour n'excédant pas trois mois et les membres de sa famille qui l'accompagnent ou le rejoignent, qui ne logent pas dans une maison d'hébergement soumise à la législation relative au contrôle des voyageurs, sont tenus de signaler leur présence sur le territoire à l'administration communale du lieu où ils résident dans les dix jours ouvrables de leur entrée dans le Royaume, à moins qu'ils n'appartiennent à l'une des catégories d'étrangers que le Roi a dispensées de cette obligation.