Art. 255. Met uitsluiting van de in artikel 2, 4, b), ss, van de ordonnantie bedoelde voorzieningen, verlenen de Ministers, bij wijze van uitzondering, toestemming voor de opname en de opvang van bejaarde personen van minder dan zestig jaar oud, voor zover er een specifiek project voor deze personen wordt opgesteld en de 5 % van de erkenningscapaciteit niet wordt overschreden.
Art. 255. A l'exclusion des établissements visés à l'article 2, 4, b), ss, de l'ordonnance, les Ministres autorisent, à titre exceptionnel, l'admis-sion et l'accueil de personnes âgées de moins de soixante ans, pour autant qu'un projet de vie spécifique à ces personnes soit établi et qu'il ne dépasse pas 5 % de la capacité d'agrément.