Art. 4. Voor de tuchtprocedure tegen de ambtenaren van de autonome diensten op het niveau van de Voorzitter van het directiecomité bedoeld in artikel 13 van het organiek reglement, vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt het personeelslid vermeld in kolom 2 aangewezen als bevoegde hiërarchische meerdere:
Art. 4. Pour la procédure disciplinaire à l'encontre des agents des services autonomes au niveau du Président du comité de direction visés à l'article 13 du règlement organique, qui sont repris dans la colonne 1 du tableau ci-après, le membre du personnel mentionné dans la colonne 2 est désigné comme supérieur hiérarchique compétent: