De Koning bepaalde die forfaitaire kostprijs jaarlijks en voor elke studierichting, rekening houdend met « de evolutie van de gemiddelde kostprijs van het onderwijzend en wetenschappelijk personeel, vastgesteld op basis van twee leden van het academisch personeel voor drie leden van het wetenschappelijk personeel [ .] » (artikel 29, 2°, van de wet van 27 juli 1971).
Le Roi a fixé ce coût forfaitaire annuellement et pour chaque orientation d'études, compte tenu de « l'évolution du coût moyen des membres du personnel enseignant et scientifique, établi sur la base de deux membres du personnel académique pour trois membres du personnel scientifique [ .] » (article 29, 2°, de la loi du 27 juillet 1971).