Om de gelijkschakeling op fiscaal vlak tussen de sportbeoefenaars die ressorteren onder de wet van 24 februari 1978 en de anderen te bekomen, bepaalt dit artikel de leeftijd waarop de levensverzekering of het pensioensparen van de sportbeoefenaar ten einde kan lopen, het percentage aan belasting dat er op van toepassing is en wordt tevens een beperking ingebouwd gelijk aan die voor de groepsverzekering waarvan gebruik gemaakt wordt voor de betaalde sportbeoefenaar.
En vue d'assimiler sur le plan fiscal les sportifs qui ressortissent à la loi du 24 février 1978 et les autres, cet article fixe l'âge auquel peut prendre fin l'assurance-vie ou l'épargne-pension du sportif ainsi que le pourcentage d'impôt qui lui est applicable et il introduit la même limite d'âge que celle qui s'applique au sportif rémunéré pour l'assurance-groupe.