De ambtenaar die, gedurende een periode van detachering bedoeld in artikel 37, eerste lid, punt b), tweede streepje van
het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen vastgesteld door artikel 3 van de verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 of gedurende een periode van verlof wegens redenen van persoonlijke aard bedoeld in artikel 40 van dat statuut of in gelijksoortige bepalingen in
het statuut van een andere instelling, geen rechten meer opbouwt in de regeling van de instelling
maar in e ...[+++]en van de pensioenregelingen bedoeld in artikel 3, § 1, 1° tot en met 4° en die later zijn dienst bij de instelling hervat, kan enkel een aanvraag tot overdracht indienen voor deze laatste periode.Le fonctionnaire qui, durant une période de détachement visé à l'article 37, alinéa 1, point b), second tiret, du statut des fonctionnaires des Communautés européennes établi par l'article 2 du règlement (CEE/Euratom/CECA) n° 259/68 du Conseil du 29 février 1968 ou durant une période de congé de convenance personnelle visé à l'article 40 de ce statut ou aux dispositions analog
ues du statut d'une autre institution, ne se consti
tue plus des droits dans le régime de l'institution mais dans un des régimes de pensions visés à l'article 3,
...[+++]§ 1, 1° à 4° et qui reprend ultérieurement du service au sein de l'institution, ne peut introduire une demande de transfert que pour cette dernière période.