Art. 46. Voor de toekenning en de berekening van het pensioen ten laste van de Staatskas wordt de inspecteur van financiën die het mandaat van korpschef van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën uitoefent, geacht tijdens zijn mandaat van korpschef verder zijn ambt van inspecteur van financiën uit te oefenen en de wedde te genieten die hij zou genoten hebben indien hij dat ambt werkelijk was blijven uitoefenen.
Art. 46. Pour l'octroi et le calcul de la pension à charge du Trésor public, l'inspecteur des finances exerçant le mandat de chef de corps du Corps interfédéral de l'Inspection des finances est censé continuer à exercer durant son mandat la fonction d'inspecteur des finances et bénéficier du traitement dont il aurait bénéficié s'il avait réellement continué à exercer cette fonction.