De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of de voormelde bepalingen bestaanbaar zijn met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre die bepalingen aldus dienen te worden geïnterpreteerd dat psychiatrische verzorgingstehuizen, in tegenstelling tot bejaardentehuizen, voor de periode vóór 1 mei 1999, niet het verlaagde btw-tarief van 6 pct. konden genieten.
La question préjudicielle invite la Cour à se prononcer sur la question de savoir si les dispositions précitées sont compatibles avec le principe d'égalité et de non-discrimination, dans la mesure où ces dispositions doivent être interprétées en ce sens que les maisons de soins psychiatriques, contrairement aux maisons de repos, ne pouvaient pas bénéficier du taux réduit de TVA de 6 p.c. pour la période antérieure au 1 mai 1999.