De Minister past zo nodig en binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen de toelage aan ofwel in de loop van de periode van 3 jaar waarvan sprake in artikel 31, § 1, in het geval bedoeld bij § 1 van dit artikel, ofwel voor de volgende periode van 3 jaar, in het geval bedoeld bij § 2 van dit artikel.
Le Ministre procède, si nécessaire, et dans la limite des moyens budgétaires disponibles, à l'adaptation de la subvention soit dans le courant de la période de 3 ans dont question à l'article 31, § 1, dans le cas visé au § 1 du présent article, soit pour la période de 3 ans suivante, dans le cas visé au § 2 du présent article.