28. dringt aan op een niveau van financiering voor externe acties dat de EU in staat stelt een "global partner" in de wereld te worden en dat aansluit bij haar politieke ambities en haar internationale verplichtingen; beklemtoont dat het niet bereid is door te gaan met een situatie van permanente druk onder Rubriek 4, zoals het geval is gewee
st onder de huidige financiële vooruitzichten, en wijst in het bijzonder op de noodzaak van een hoog niveau v
an flexibiliteit en voldoende marge voor onverwachte gebeurtenissen; wijst op het bel
...[+++]ang van voldoende financiële middelen met het oog op de implementatie van de benadering die in de Grondwet voor dit gebied is geschetst, in het bijzonder het nieuwe nabuurschapsbeleid op basis van het specifieke partnerschap overeenkomstig artikel I-57 van dit Verdrag; 28. insiste pour que l'on affecte aux actions extérie
ures des ressources financières suffisantes pour que l'Union européenne puisse devenir un véritable "partenaire mondial" sur la scène internationale et ait les moyens de ses ambitions politiques et de ses engagements internationaux; souligne qu'il ne souhaite pas que se perpétue la pression constante à laquelle la rubrique 4 a été soumise dans le cadre des perspectives financières en vigueur, et attire l'attention sur la nécessité d'assurer un haut degré de flexibilité et une marge suffisante pour les événements imprévus; fait remarquer qu'il y a lieu de prévoir des moyens financiers
...[+++] suffisants pour garantir la mise en œuvre de l'approche que la Constitution indique en ce qui concerne ce domaine, en particulier la nouvelle politique de voisinage par le partenariat privilégié prévu à l'article I-57 de ce traité;