De commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen kan op eigen initiatief of op verzoek van een van de partijen, de met toepassing van het derde lid aangebrachte nieuwe gegevens onderzoeken en hierover schriftelijk verslag uitbrengen binnen de door de geadieerde kamervoorzitter of de rechter in vreemdelingenzaken verleende termijn, tenzij deze laatste oordeelt dat hij voldoende is ingelicht om te besluiten.
Le commissaire général aux réfugiés et aux apatrides peut, d'initiative ou à la demande d'une des parties, examiner les éléments nouveaux apportés en application de l'alinéa 3 et faire rapport par écrit sur ceux-ci dans le délai que lui impartit le président de chambre saisi ou le juge du contentieux des étrangers, à moins que ce dernier n'estime être suffisamment informé pour trancher.