Het blijkt dus dat de bestreden bepaling voor de personeelsleden - dat wil zeggen voor de tweede en de derde verzoekende partij - geen enkele weerslag heeft op de mogelijkheid een beroep te doen op verzoeningsprocedures alvorens zich tot de arbeidsgerechten te wenden.
Il apparaît donc que pour les membres du personnel - c'est-à-dire les deuxième et troisième requérants -, la disposition attaquée n'a aucune incidence sur la possibilité de recourir à des procédés de conciliation, avant de s'adresser aux juridictions du travail.