Bij de parlementaire voorbereidingen van de Wet van 22 december 1998 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem voor magistraten werd reeds uitdrukkelijk gesteld dat van een korpschef wordt verwacht dat hij een rechtscollege of parket optimaal doet functioneren.
Les travaux parlementaires préparatoires à la loi du 22 décembre 1998 modifiant certaines dispositions de la deuxième partie du Code judiciaire concernant le Conseil supérieur de la Justice, la nomination et la désignation de magistrats et instaurant un système d'évaluation pour les magistrats précisaient déjà expressément que l'on attend d'un chef de corps qu'il fasse fonctionner une juridiction ou un parquet de manière optimale.