« Art. 415. De parkeerplaatsen moeten vlakbij de uitgang of de ingang van het gebouw waaraan zij grenzen, voorzien zijn van één parkeervak met een breedte van minimum 3,3 meter en één bijkomend vak per opeenvolgende groepen van 50 vakken.
« Art. 415. Les parkings doivent comporter à proximité immédiate de leur sortie ou de l'entrée du bâtiment qu'ils jouxtent un emplacement d'une largeur minimale de 3,3 mètres et un même emplacement par tranches successives de 50 emplacements.