Het Hof dient nog te onderzoeken of de maatregelen die zijn vervat in de artikelen 3.1.3 (vermindering van de inkomstenbelasting) en 3.1.10 (vermindering van de heffingsgrondslag voor de registratierechten) van het Grond- en pandendecreet, op hun beurt voldoen aan de voorwaarden die bij de voormelde verordening (EG) nr. 1998/2006 zijn vastgesteld om als de-minimissteun te worden aangemerkt en bijgevolg aan de aanmeldingsplicht te ontsnappen.
La Cour doit encore examiner si les mesures contenues dans les articles 3.1.3 (diminution de l'impôt sur les revenus) et 3.1.10 (diminution de la base imposable des droits d'enregistrement) du décret attaqué satisfont, pour leur part, aux conditions fixées par le règlement (CE) n° 1998/2006, précité, pour être qualifiées d'aides de minimis et échapper par conséquent à l'obligation de notification.