Een negatieve bekrachtiging kan enkel uitgesproken worden indien, enerzijds, het gedrag verweten aan de jongere met zekerheid werd vastgesteld en, anderzijds, dat gedrag tot de gedragsuitingen die niet toegelaten worden in het reglement van de overheidsinstelling voor jeugdbescherming behoort.
Une sanction négative ne peut être prononcée que si, d'une part, le comportement reproché au jeune est établi avec certitude et, d'autre part, que ce comportement figure parmi les comportements incriminés dans le règlement des I. P.P.J.