Gekoppeld aan de inkorting van de overbrengingstermijn van honderd tot dertig jaar, zou deze bepaling ertoe moeten leiden dat een overheid met verantwoordelijkheid inzake archief in een vroeger stadium de noodzakelijke selectieoperatie doorvoert — dat wil zeggen het te bewaren archief scheidt van het te vernietigen archief — om op die wijze de hoeveelheid documenten die moeten worden opgeslagen te beperken.
Couplé avec le raccourcissement des délais de 100 à 30 ans, cette disposition devrait amener les autorités responsables en matière d'archives à effectuer plus vite l'indispensable opération de tri — c'est-à-dire la séparation des archives devant être conservées des archives pouvant être éliminées — permettant ainsi de limiter la quantité des documents à stocker.