Het aandeel van de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende in de overige schulden en begrafeniskosten wordt eerst aangerekend op de waarde van de bestanddelen van activa bedoeld in artikel 60bis, vervolgens op de waarde van de overige goederen van de nalatenschap, en ten slotte op de overblijvende waarde van het verkregen deel in de hoofdverblijfplaats.
La quote-part du conjoint survivant ou du cohabitant légal dans les autres dettes et frais funéraires est déduite par priorité de la valeur des éléments d'actifs visés à l'article 60bis, ensuite, de la valeur des autres biens de la succession, et enfin de la valeur restante de sa part recueillie dans la résidence principale.