D
e werkgever die over één van de vaardigheden bedoeld in het tweede
lid, 3° tot 5° moet beschikken, in toepassing van het globaal preventieplan, kan hiervoor ook een beroep doen op andere personen in zijn onderneming of instelling die niet beh
oren tot de interne dienst, voor zover deze personen over de deskundigheid beschikken bedoeld in artikel 22, 3° tot 5° van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe Diens
...[+++]ten voor Preventie en Bescherming op het werk en voor zover deze personen kunnen beschikken over de nodige tijd en middelen.
L'employeur qui doit disposer d'une des compétences visées à l'alinéa 2, 3° à 5°, en application du plan global de prévention, peut également faire appel à d'autres personnes de son entreprise ou institution qui ne font pas partie du service externe, pour autant que ces personnes disposent de l'expertise visée à l'article 22, 3° à 5°, de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif aux Services externes pour la Prévention et la Protection au travail et pour autant que ces personnes disposent du temps et des moyens nécessaires.