De onverenigbaarheid die wordt ingesteld tussen het houden van een bereidingsvergunning en het hebben van zeggenschap over een apotheek, is, in het licht van het gelijkheidsbeginsel, objectief en redelijk verantwoord op grond van de rol en de verantwoordelijkheid die de apotheker heeft bij de bereiding en aflevering van magistrale bereidingen.
L'incompatibilité qui est instaurée entre le fait d'être titulaire d'une autorisation de préparation et la direction d'une officine pharmaceutique est, à la lumière du principe d'égalité, objective et raisonnablement justifiée en vertu du rôle et de la responsabilité qu'a le pharmacien dans la préparation et la délivrance de préparations magistrales.