Art. 2. Wanneer een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd of uitgebreid wordt tot de exploitatie van een elektrisch voertuig, dan moet de exploitant ervoor zorgen dat dit elektrisch voertuig daadwerkelijk ter beschikking van het publiek gesteld wordt en mag hij in geval van tijdelijke onbeschikbaarheid, van korte of lange duur, enkel een beroep doen op een reserve- of een vervangingsvoertuig in de zin van artikel 8 van de ordonnantie wanneer dit voertuig zelf een elektrisch voertuig is.
Art. 2. Lorsqu'une autorisation d'exploiter un service de taxis est délivrée ou étendue pour porter sur l'exploitation d'un véhicule électrique, l'exploitant est tenu d'assurer la mise à disposition effective de ce véhicule électrique au public et ne peut, en cas d'indisponibilité : momentanée, de courte ou de longue durée, recourir à un véhicule de réserve ou à un véhicule de remplacement au sens de l'article 8 de l'ordonnance que si ce véhicule est lui-même un véhicule électrique.