Als reactie op de stelling van de Vlaamse Regering merken de verzoekende partijen op dat de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door artikel 16 van het decreet van 26 april 2000 gelegen is in het feit dat ingevolge de striktere bepalingen van het gewijzigde artikel 99, § 1, derde lid, van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening alle wegens ouderdom van een woning benodigde herstellings- of instandinghoudingswerken niet meer mogen worden uitgevoerd aan zonevreemde woningen.
En réaction à la thèse défendue par le Gouvernement flamand, les parties requérantes font observer que la violation des articles 10 et 11 de la Constitution par l'article 16 du décret du 26 avril 2000 réside dans le fait que, en vertu des dispositions plus strictes de l'article 99, § 1, alinéa 3, modifié, du décret portant organisation de l'aménagement du territoire, plus aucun travail de réparation ou de conservation rendu nécessaire par l'âge d'une habitation ne peut être exécuté dans les habitations non conformes à la destination de la zone.