De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 12, laatste lid, van de faillissementswet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het niet toestaat het tijdstip van staking van betaling van een handelaar « natuurlijke persoon » die geen
handel meer drijft vast te stellen op meer dan zes maanden vóór het vonnis van faillietverklaring indien er aanwijzingen bestaan dat
die handelaar zijn schuldeisers bewust benadeelde, terwijl dit
wel mogelijk is ten opzichte ...[+++] van een meer dan zes maanden vóór de faillietverklaring ontbonden rechtspersoon waarvan de vereffening al dan niet werd afgesloten en waarvoor aanwijzingen bestaan dat de vereffening is of wordt bewerkstelligd met de bedoeling nadeel te berokkenen aan de schuldeisers.Le juge a quo demande si l'article 12, dernier alinéa, de la loi sur les faillites viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'il ne permet pas de fixer la date de cessation de paiements d'un commerçant « personne physique » qui n'exerce plus le commerce à une date précédant de plus de six mois le jugement déclaratif de faillite s'il existe des indices que ce commerçant a sciemment lésé ses créanciers, alors que cela est possible en ce qui concerne une personne morale dissou
te plus de six mois avant la déclaration de faillite, dont la liquidation est clôturée ou non, s'il existe des indices qu'elle a été ou est menée dans
...[+++]l'intention de nuire aux créanciers.