Art. 2. § 1. Wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, hebben de werklieden recht op een opzeggingstermijn van zeven dagen per jaar anciënniteit in de dienst, met een minimum van de opzeggingstermijn bepaald in artikel 59, tweede lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Art. 2. § 1. Lorsque le préavis est donné par l'employeur, les ouvriers ont droit à un délai de préavis de sept jours par année d'ancienneté dans le service, avec un minimum du délai de préavis prévu à l'article 59, alinéa 2, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.