Art. 5. De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, aan de werklieden bedoeld in de artikelen 2 tot en met 3 die de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dit wil zeggen het ogenblik dat de werklieden uit dienst treden na het
verstrijken van de opzeggingsperiode of, wanneer er geen opzeggi
ng werd betekend of ...[+++]wanneer aan de betekende opzegging voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat de werklieden de onderneming verlaten.
Art. 5. L'indemnité complémentaire visée à l'article 2 concerne l'octroi d'avantages semblables à ceux prévus par la convention de travail n° 17, conclue au Conseil national du travail le 19 décembre 1974, aux ouvriers visés aux article 2 et 3 qui ont atteint l'âge de 56 ans pendant la durée de validité de la présente convention collective de travail, c'est-à-dire au moment de la cessation de leur contrat, soit au moment où l'ouvrier termine ses prestations après écoulement du délai de préavis, soit, en l'absence de délai de préavis ou lorsqu'il est mis fin anticipativement au préavis notifié, le moment où l'ouvrier quitte l'entreprise.