50. is van mening dat een optimaal gebruik van kredieten niet mag worden belemmerd door een buitensporige rigiditeit van het begrotingsstelsel of administratieve problemen tussen instellingen; is nog immer van opvatting dat voorstellen tot vermindering van de rigiditeit van de begroting noodzakelijk zijn; is voorts van mening dat het, als gevolg van de starheid van het huidige stelsel, ook in de toekomst noodzakelijk zou kunnen zijn vroegtijdige-financieringsoperaties uit te voeren;
50. estime que l'utilisation optimale des crédits ne saurait être entravée par une rigidité excessive du système budgétaire ou par des problèmes administratifs entre les institutions, et considère que les propositions visant à réduire la rigidité du budget sont nécessaires; est d'avis que, en raison du manque de souplesse du système en vigueur, il pourrait s'avérer nécessaire de recourir à des mesures d'anticipation à l'avenir aussi;