De Raad van State ziet hoe dan ook niet in waarom bepaalde vormvereisten die voorgeschreven zijn voor de audiovisuele opname van het verhoor van minderjarigen in het stadium van het opsporingsonderzoek, niet eveneens gelden voor het verhoor van meerderjarigen, terwijl diezelfde vormvereisten wel van toepassing zijn in het stadium van het gerechtelijk onderzoek (67).
En tout état de cause, le Conseil d'État n'aperçoit pas la raison pour laquelle certaines des formalités prescrites pour l'enregistrement audiovisuel de l'audition des mineurs au stade de l'information ne sont pas également prévues pour l'audition de majeurs, alors que ces mêmes formalités sont imposées au stade de l'instruction (67).