4. Onverminderd de artikelen 11 en 30 van voornoemd koninklijk besluit van 29 oktober 1971, worden de betrekkingen van de Directie opsporingen binnen dezelfde administratieve standplaats bij voorrang toegekend aan de ambtenaren die op 2 juli 1997 tewerkgesteld zijn in dezelfde administratieve standplaats bij de opsporingsdiensten van de Administratie der directe belastingen of bij de Opsporings- en documentatiediensten van de sector B.T.W. van de Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen.
4. Sans préjudice des articles 11 et 30 de l'arrêté royal précité du 29 octobre 1971, les emplois de la Direction des recherches sont attribués par priorité, dans chaque résidence administrative, aux agents qui sont affectés le 2 juillet 1997, dans la même résidence administrative, aux Services de recherches de l'Administration des contributions directes ou aux Services de recherche et de documentation du secteur T.V. A. de l'Administration de la T.V. A., de l'enregistrement et des domaines.