113. stemt in met aanbeveling 3 van het verslag van de Rekenkamer; bekrachtigt het subsidiariteitsbeginsel van de lidstaten bij de vaststelling van de maatregelen; stelt vast dat een grotere betrokkenheid van de deelnemers aan een programma alsook een nauwkeurigere economische analyse in de betrokken lidstaten tot een verbetering van de maatregelen kan leiden; blijft erbij dat bij de vaststelling van maatregelen op nationaal niveau duurzame doelstellingen moeten worden nagestreefd om te vermijden dat de aa
ndacht te veel naar oppervlakkige maatregelen uitgaat; is van mening dat forfaitaire steun en uitsluitend op de productie gebaseer
...[+++]de steun in bepaalde regio's gerechtvaardigd zijn, maar dringt aan op een duurzame benadering met als doel de levensvatbaarheid van de landbouw in de betrokken regio's te waarborgen; 113. approuve la troisième recommandation de la Cour des comptes; reconnaît le principe de subsidiarité des États membres lors de la définition des mesures; estime qu'une plus forte implication des participants aux programmes ainsi qu'une analyse économique plus précise dans les États membres concernés peut mener à une amélioration des mesures; estime que, lors de la définition de mesures au niveau national, il y a lieu de tenir compte d'objectifs durables, pour éviter de se c
oncentrer sur des mesures superficielles; voit dans certaines régions la nécessité d'aides forfaitaires ainsi que d'aides uniquement axées sur la production, ma
...[+++]is demande l'élaboration d'approches durables en vue de garantir la viabilité future de l'activité agricole dans les régions concernées;