Vertaling van "opheffing van wanordelijke en fragmentarische oude wetten " (Nederlands → Frans) :

19. merkt op dat India de op vier na grootste markt voor telecommunicatiediensten ter wereld is en dat die telecommunicatiemarkt de afgelopen vijf jaar met ongeveer 25% per jaar gegroeid is; verwelkomt de versoepeling van de beperkingen op buitenlandse eigendom op het gebied van telecommunicatie, maar betreurt het dat er nog steeds sprake is van binnenlandse beleidsbeperkingen; vraagt derhalve om een versoepeling van de licentiebeperkingen voor dienstenaanbieders en om opheffing van de onzekerheid over het beleid inzake tarief- en interconnectievoorwaarden, en benadrukt de noodzaak om de oude wetten voor de sector te vervangen door nieuwe vooruitstrevende wetgeving waarin cyberwetgeving en nieuwe licentievormen zijn geïntegreerd; is van mening dat de telecommunicatie- en de informatie-technologiesector belangrijke motoren van de Indiase economie vormen en dat India tot een spil in de telecommunicatieproductie moet worden gemaakt door telecom-specifieke speciale economische zones in te stellen; benadrukt dat er enorme mogelijkheden zijn in de productiesector;
19. constate que l'Inde est le cinquième marché mondial pour les services de télécommunications et que le marché des télécommunications a connu une croissance de quelque 25 % par an au cours des cinq dernières années; se félicite de l'assouplissement des restrictions au contrôle étranger dans le secteur des télécommunications, mais regrette la persistance de limitations nationales; demande dès lors l'assouplissement des restrictions touchant les licences pour les prestataires de service et la levée de l'incertitude entourant la politique des régimes tarifaires et d'interconnexion, et souligne la nécessité de substituer aux anciennes lois régissant le secteur une nouvelle législation progressiste comprenant des lois sur l'économie numérique et internet et de nouvelles licences; estime que le secteur des télécommunications et le secteur des technologies de l'information sont deux moteurs essentiels de l'économie indienne et que l'Inde doit devenir un centre de l'industrie des télécommunications en facilitant la mise en place de zones économiques spéciales spécialement adaptées aux télécommunications; souligne que le secteur de la production offre des perspectives considérables;

22. merkt op dat India de op vier na grootste markt voor telecommunicatiediensten ter wereld is en dat die telecommunicatiemarkt de afgelopen vijf jaar met ongeveer 25% per jaar gegroeid is; verwelkomt de versoepeling van de beperkingen op buitenlandse eigendom op het gebied van telecommunicatie maar betreurt het dat er nog steeds sprake is van binnenlandse beleidsbeperkingen; vraagt derhalve om een versoepeling van de licentiebeperkingen voor dienstenaanbieders en om opheffing van de beleidsonzekerheid over tarief- en interconnectievoorwaarden; benadrukt de noodzaak om de oude wetten voor de sector te vervangen door nieuwe vooruitstrevende wetgeving waarin cyberwetgeving en nieuwe licentievormen zijn geïntegreerd;
22. constate que l'Inde est le cinquième marché mondial pour les services de télécommunications et que le marché des télécommunications a connu une croissance de 25 % par an au cours des cinq dernières années; dans le secteur des télécommunications, se félicite de l'assouplissement des restrictions au contrôle étranger, mais regrette la persistance de limitations nationales; demande dès lors l'assouplissement des restrictions touchant les licences pour les prestataires de service et la levée de l'incertitude stratégique entourant les régimes tarifaires et d'interconnexion, et souligne la nécessité de substituer aux anciennes lois régissant le secteur une nouvelle législation progressiste comprenant des lois sur l'économie numérique et internet et de nouvelles licences;

Zij stelt meer bepaald een eenvormig stelsel in voor de provincie- en gemeentebelastingen, en verzamelt alle bepalingen met betrekking tot zowel de vestiging als de invordering van deze belastingen, waardoor de opheffing van wanordelijke en fragmentarische oude wetten, zoals die van 29 april 1819 betreffende de gemeentebelastingen, mogelijk werd.
Elle instaure notamment un régime uniforme pour les taxes provinciales et communales et regroupe toutes les dispositions relatives tant à l'établissement qu'au recouvrement desdites taxes, permettant ainsi l'abrogation de lois anciennes éparses et fragmentaires, comme celle du 29 avril 1819 en matière de taxes communales.

Art. 14. In afwijking van de artikelen 5 en 100, 2° van de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991 wordt de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemachtigd vast te leggen en te vereffenen ten laste van de basisallocatie 14.41.21.63.21 om schulden van vorige dienstjaren en verjaard aangezien niet geordonnanceerd binnen de vijf jaar vanaf de eerste januari van het jaar waarin zij zijn ontstaan wegens de opheffing van de oude basisallocatie 63.01. 00.64, sectie 33 van de Gewestbegroting.
Art. 14. Par dérogation aux articles 5 et 100, 2° des lois sur la comptabilité de l'Etat, coordonnées le l7 juillet 1991, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale est autorisé à engager et liquider à charge de l'allocation de base 14.41.21.63.21 des créances d'années antérieures et prescrites car non ordonnancées endéans les cinq ans à partir du 1 janvier de l'année pendant laquelle elles sont nées en raison de l'annulation de l'ancienne allocation de base 63.01.00.64, section 33 du budget régional.

Art. 13. In afwijking van de artikelen 5 en 100, 2° van de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991 wordt de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemachtigd vast te leggen en te vereffenen ten laste van de basisallocatie 14.41.21.63.21om schulden van vorige dienstjaren en verjaard aangezien niet geordonnanceerd binnen de vijf jaar vanaf de eerste januari van het jaar waarin zij zijn ontstaan wegens de opheffing van de oude basisallocatie 63.01.00.64, sectie 33 van de Gewestbegroting.
Art. 13. Par dérogation aux articles 5 et 100, 2° des lois sur la comptabilité de l'Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale est autorisé à engager et liquider à charge de l'allocation de base 14.41.21.63.21 des créances d'années antérieures et prescrites car non ordonnancées endéans les cinq ans à partir du 1 janvier de l'année pendant laquelle elles sont nées en raison de l'annulation de l'ancienne allocation de base 63.01.00.64, section 33 du budget régional.

In afwijking van de artikelen 5 en 100, 2° van de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991 wordt de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemachtigd vast te leggen en te vereffenen ten laste van de basisallocatie 14.41.21.63.21 om schulden van vorige dienstjaren en verjaard aangezien niet geordonnanceerd binnen de vijf jaar vanaf de eerste januari van het jaar waarin zij zijn ontstaan wegens de opheffing van de oude basisallocatie 63.01.00.64, sectie 33 van de Gewestbegroting.
Par dérogation aux articles 5 et 100, 2° des lois sur la comptabilité de l'Etat coordonnées le l7 juillet 1991, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale est autorisé à engager et liquider à charge de l'allocation de base 14.41.21.63.21 des créances d'années antérieures et prescrites car non ordonnancées endéans les cinq ans à partir du 1 janvier de l'année pendant laquelle elles sont nées en raison de l'annulation de l'ancienne allocation de base 63.01.00.64, section 33 du budget régional.

Art. 13. In afwijking van de artikelen 5 en 10, 2° van de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991 wordt de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ertoe gemachtigd om schulden van vorige dienstjaren die verjaard zijn aangezien ze niet geordonnanceerd binnen de vijf jaar vanaf de eerste januari vanhet jaar gedurende hetwelk zij zijn ontstaan wegens de opheffing van de oude basisallocatie 63.01.00.64, sectie 33 van de Gewestbegroting vast leggen en te bereffenen ten laste van de basisallocatie 14.41.21.63.21.
Art. 13. Par dérogation aux articles 5 et 100, 2°, des lois sur la comptabilité de l'Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale est autorisé à engager et liquider à charge de l'allocation de base 14.41.21.63.21 des créances d'années antérieures et prescrites car non ordonnancées endéans les cinq ans à partir du 1 janvier de l'année pendant laquelle elles sont nées en raison de l'annulation de l'ancienne allocation de base 63.01.00.64, section 33 du budget régional.