a) aan de ene kant, de goede trouw en mate van openheid van de betrokken onderneming bij de interpretatie en nakoming van de verplichtingen voortvloeiende uit de verordeningen of beschikkingen van de ECB alsook de bereidwilligheid en coöperatieve houding van de onderneming, of, aan de andere kant, enig bewijs van moedwillige misleiding door de functionarissen van de onderneming;
a) d'une part, la bonne foi et le degré d'ouverture de l'entreprise dans l'interprétation et l'application de l'obligation découlant d'un règlement ou d'une décision de la BCE ainsi que la diligence et la coopération dont elle fait preuve ou, d'autre part, toute preuve de fraude volontaire de la part des responsables de l'entreprise;