Overwegende dat bij gebrek aan een onderhandse aankoop, de onteigeningsprocedure ten algemenen nutte bij hoogdringende omstandigheden voorzien door de wet van 26 juli 1962, verantwoord is door de bezorgdheid om het gebouw te bewaren van een algemene ontwikkeling van verderf, van een destabilisering van de gemeenschappelijke muren, om de bewoning van de ruimtes te verhinderen in toepassing van het besluit van de Burgemeester van 18 november 2003, om het risico op vandalisme en andere risico's voor de openbare veiligheid te vermijden;
Considérant qu'à défaut d'acquisition à l'amiable, l'expropriation pour cause publique selon la procédure d'extrême urgence prévue par la loi du 26 juillet 1962 se motive par souci de sauvegarder l'immeuble d'un développement généralisé de pourriture, d'une déstabilisation des murs mitoyens, d'empêcher l'occupation des lieux en application de l'arrêté du Bourgmestre du 18 novembre 2003, d'éviter le risque de vandalisme et d'autres risque pour la sécurité publique;
